Naar school gaan
Soraya houdt van school. Ze vindt het gezellig in de klas. Ze vindt Engels en Wiskunde leuke schoolvakken. Haar leraar wiskunde heet Piet. Haar lerares Engels heet Mieke. De directeur van de school heet mevrouw De Lange. Ze heeft een eigen kamer. Op de deur hangt een bordje met de titel "Directeur." Mevrouw De Lange is de baas van de school. Ze zit vaak in een stoel achter haar bureau op haar kamer.
In de klas is het stil als de les is begonnen. Een leraar schrijft met krijt op het schoolbord. Soraya heeft een goede vriend en een goede vriendin in haar klas. Haar goede vriend heet Samir en haar vriendin heet Willeke. Willeke is haar beste vriendin. Soraya en Willeke maken vaak samen huiswerk. In de pauze op school zitten ze gezellig bij Samir.
Samir is goed in Engels en Willeke houdt van wetenschap. Ook met een andere klasgenoot kan Soraya het goed vinden. Hij heet David. David kan mooi tekenen. Zijn lievelingsvak is daarom kunst. In zijn rugzak heeft hij altijd papier en potlood zitten. Hij heeft ook een boek over kunstenaars. In de pauze tekent hij de bomen op het schoolplein na. Hij heeft een heel hoog cijfer voor tekenen. Iedereen zegt dat David veel tekentalent heeft, zelfs de rector mevrouw De Lange denkt dat David later een beroemd kunstenaar zal worden.
Hai capito il testo?
Esercizio di comprensione del testo:
Hai risposto 0 su 5 domande.