De weg naar het treinstation
Een mevrouw is op zoek naar een treinstation. Ze vraagt een meneer of hij de weg naar het station kent. Hij wijst haar de weg. Hun gesprek verloopt zo:
Mevrouw: "Dag meneer, ik wil met de trein. Kunt u mij vertellen waar het treinstation is?"
Meneer: "Natuurlijk mevrouw. Het is niet ver weg. Het is ongeveer 10 minuten lopen. Heeft u een auto of gaat u wandelen?"
Mevrouw: "Ik ben te voet."
Meneer: "U loopt deze straat uit. Aan het eind van de straat gaat u rechtsaf. Na ongeveer 10 meter ziet u een zebrapad. Daar kunt u veilig oversteken. Als u aan de overkant bent, loopt u rechtdoor. Wandel tot aan het einde van de straat. Daar is een groot plein. Aan de overkant van het plein kunt u een bus naar het station nemen. Het is maar 1 halte met de bus."
Mevrouw: "Nee, ik loop liever. Mijn trein vertrekt pas over een uur dus ik heb tijd genoeg. Weet u hoe ik vanaf het busstation naar het treinstation kan lopen?"
Meneer: "Dat is gemakkelijk te vinden. Loop langs het busstation en neem de eerste straat linksaf. Na ongeveer 10 meter ziet u een aantal winkels. Loop door tot aan de bloemenwinkel op de hoek. Tegenover die bloemenwinkel is het treinstation."
file does not exist
Responde de acordo com as informações do texto
Leia o texto acima e escolha a opção correta:
Questão 1:
Wat betekent "ik ben te voet"?
a Het betekent dat mevrouw geen auto heeft
b Het betekent dat mevrouw de weg vraagt
c Het betekent dat mevrouw op blote voeten loopt
d Het betekent dat mevrouw lopend naar het station zal gaan
Questão 2:
Hoe vaak moet mevrouw rechtsaf of linksaf gaan?
a Eenmaal linksaf, tweemaal rechtsaf
b Eenmaal rechtsaf, eenmaal linksaf
c Tweemaal rechtsaf, eenmaal linksaf
d Tweemaal rechtsaf, eenmaal linksaf
Questão 3:
Waar kan mevrouw veilig oversteken?
a Op een zebrapad
b Bij de bloemenwinkel op een hoek
c Bij een treinstation
d Aan de overkant van een plein
Questão 4:
Waar bevindt zich een bloemenwinkel?
a Op de hoek, tegenover de winkelstraat
b Op de hoek, tegenover het busstation
c Op de hoek, tegenover het treinstation
d Op de hoek, tegenover het zebrapad
Questão 5:
Waar kan mevrouw een bus nemen?
a Aan de overkant van een zebrapad
b Aan de overkant van het plein
c Aan de overkant van een winkel
d Aan de overkant van het treinstation
Responde todas as perguntas sobre o texto:
Tu respondeste 0 de 5 perguntas.
Tu respondeste 0 de 5 perguntas.