« Tutti i testi
Download

Mijn huis

Ik ben Jan. Ik ben zeventien jaar oud. Ik woon in Amsterdam. Ik woon in Amsterdam samen met mijn moeder, vader en mijn broer. Mijn broer heet Max en is achttien jaar oud.

Samen spelen wij voetbal. Ik speel al acht jaar voetbal.

Ik woon in een klein huis. De huizen in Amsterdam zijn duur. Ik slaap in dezelfde kamer als Max. Ons huis heeft geen tuin. Wij hebben een balkon. Ik vind mijn huis erg mooi, ondanks dat hij klein is. Mijn buurt is erg gezellig. Ik heb aardige buren.

Het enige nadeel aan mijn huis is dat er veel muggen zijn in de zomer. Verder zou ik nergens anders willen wonen. Als ik oud ben, wil ik in Amsterdam blijven wonen. Het liefst in een huis als deze.

Mijn favoriete plek in huis is de keuken. Mijn moeder kookt veel. Ik vind het lekker ruiken in de keuken als mijn moeder kookt.

Mijn vrienden wonen ook bij mij in de buurt. Zij heten Willem en Pieter. Ik voetbal vaak met hun.

00:00
02:26
Press Enter or Space to show volume slider.
-
100%
+
Renate
olandese
Ruud
olandese

Hai capito il testo?

Esercizio di comprensione del testo:

Domanda 1:
Hoe lang speelt Jan al voetbal?
a 3 jaar
b 8 jaar
c 6 jaar
d Dit wordt niet genoemd
Domanda 2:
Wat vindt Jan een nadeel aan zijn huis?
a Het is ver van zijn voetbal
b Er zijn veel muggen
c Zijn buren zijn niet aardig
d Het is te klein
Domanda 3:
Speelt Jan vaak in de tuin?
a Ja, daar voetbalt hij
b Nee, hij heeft geen tuin
c Nee, die is te klein
d Dat wordt niet genoemd
Domanda 4:
Hoe heet de broer van Jan?
a Max
b Pieter
c Wordt niet genoemd
d Willem
Domanda 5:
Wat vindt Jan zo fijn aan de keuken?
a Daar komt de familie samen
b De geur
c Er is altijd eten
d De ruimte zelf
Rispondi a tutte le domande sul testo:
Hai risposto 0 su 5 domande.