Kleren
Wat is mijn man mooi als hij de kleren draagt waarin hij zich fijn voelt. Deze kleren draagt hij vaak op zaterdag of zondag, dan hoeft hij niet te werken. Hij draagt dan het liefste een t-shirt, korte broek, sandalen en als de zon schijnt een zonnebril.
In de winter is dat anders, omdat het dan veel te koud is voor een korte broek. Hij draagt dan een trui, een lange broek en een pet.
Ik hoop dat hij mij ook mooi vindt in mijn jurk, die ik graag draag met mijn ketting. Of vindt hij mijn rokje mooier, met mijn zwarte bril?
Soms draagt hij een pak met een stropdas en horloge als hij gaat werken, dan ziet hij er ook mooi uit. En als we naar het bos gaan in de winter koud om naar buiten te gaan en dragen we een jas, handschoenen, das en laarzen. En omdat het vaak regent in Nederland, is het slim om een paraplu mee te nemen.
Tu Comprends le texte?
S'il te plaît, réponds aux questions de compréhension :
Tu as répondu à 0 de 5 questions.