Een dagje naar het strand
Ruud
holandés
holandés
Renate
holandés
holandés
¿Has entendido el texto?
¡Por favor conteste las preguntas!
Pregunta 1:
Hoe heet het zusje van Mark?
a Layla
b Kimberley
c Ingrid
d Aida
Pregunta 2:
Hoe lang is het rijden naar het strand?
a Drie uur
b Twee uur
c Een uur
d Een half uur
Pregunta 3:
Wat voor weer is het?
a Mooi weer
b Het regent
c Het waait
d Het is koud
Pregunta 4:
Hoe laat staat Mark op?
a Negen uur ’s morgens
b Zes uur ’s avonds
c Drie uur ’s middags
d Zes uur ’s morgens
Pregunta 5:
Wat krijgen Mark en zijn zusje thuis?
a Een koekje
b Een snoepje
c Een appel
d Een ijsje
Pregunta 6:
Hoe gaan Mark, zijn zusje en zijn ouders naar het strand?
a Met de fiets
b Met de trein
c Met de auto
d Met de bus
Responde todas las preguntas sobre el texto:
Has contestado 0 de 6 preguntas.
Has contestado 0 de 6 preguntas.