« alle teksten
Voorzetsels van tijd
Met deze online oefening leer je het gebruik van de Engelse voorzetsels van tijd.
Voorzetsels van tijd (at, on en in) worden gebruikt om tijd aan te geven. "At" wordt gebruikt om een specifiek tijdstip aan te geven (bijvoorbeeld, at 7 o'clock). "On" wordt gebruikt om dagen en datums aan te geven (bijvoorbeeld, on Monday, on January 1st). "In" wordt gebruikt om perioden van tijd aan te geven, zoals maanden, jaren of seizoenen (bijvoorbeeld, in June, in 2022, in winter). Het is belangrijk om het juiste voorzetsel voor de context te kiezen, aangezien het verkeerde voorzetsel de betekenis van de zin kan veranderen.
vraag 1:
The train leaves 10:30 a.m.
1 at
2 on
3 in
vraag 2:
I usually go to bed midnight.
1 on
2 in
3 at
vraag 3:
We usually go on vacation the summer.
1 at
2 in
3 on
vraag 4:
We always have dinner 7 p.m.
1 in
2 at
3 on
vraag 5:
We have classes Wednesdays.
1 on
2 at
3 in
vraag 6:
The dinosaurs lived the past.
1 on
2 in
3 at
vraag 7:
I prefer to study the morning.
1 at
2 in
3 on
vraag 8:
The farmers harvest their crops the fall.
1 at
2 on
3 in
vraag 9:
I usually go skiing the winter.
1 in
2 on
3 at
vraag 10:
The concert is Friday night.
1 at
2 on
3 in
vraag 11:
We always have a big feast Christmas Day.
1 on
2 in
3 at
vraag 12:
We might have flying cars the future.
1 at
2 on
3 in
vraag 13:
The movie starts 8 p.m.
1 at
2 on
3 in
vraag 14:
My birthday is the 5th of June.
1 in
2 at
3 on
vraag 15:
The new semester starts September 1st.
1 in
2 at
3 on
vraag 16:
The exam is Friday morning.
1 at
2 in
3 on
vraag 17:
We usually have lunch noon.
1 in
2 at
3 on
vraag 18:
We're leaving for our trip Monday.
1 at
2 on
3 in
vraag 19:
I have an important meeting 9 a.m. tomorrow.
1 at
2 on
3 in
vraag 20:
I enjoy reading a book bedtime every night.
1 on
2 at
3 in