Brief aan Marsel
Hallo Marsel,
Wat leuk om jou eindelijk weer eens te schrijven. Ik heb je lang niet gezien.
Ik woon nu in Amsterdam. Ik woon in een klein huis samen met mijn vriendin. Naast mijn huis is een voetbalveld. Daar voetbal ik iedere zaterdag samen met nog een paar vrienden.
Ik heb nieuwe vrienden gemaakt op de voetbalclub. Zij heten Aman en Jan. Jan is achttien jaar en woont ook in Amsterdam. Aman is de oudere broer van Jan.
Nederland bevalt mij erg goed. Het enige nadeel is dat het nogal vaak regent. De mensen zijn wel erg aardig en altijd behulpzaam.
Het leren van de Nederlandse taal gaat goed. Alleen de grammatica vind ik lastig. Ik heb al veel nieuwe woorden geleerd. Hoe gaat het bij jou in Duitsland? Hoe gaat het op je nieuwe school?
Laat mij weten hoe het daar is in Duitsland! Ik ben benieuwd naar je reactie.
Groetjes,
Jack
Tu Comprends le texte?
S'il te plaît, réponds aux questions de compréhension :
I. Jack heeft het naar zijn zin in Nederland.
II. Jack heeft moeite met de Nederlandse grammatica.
Tu as répondu à 0 de 5 questions.