
Boodschappen doen
Marina doet boodschappen. Haar moeder geeft € 20,- en een boodschappen-lijstje mee. 1 fles melk, 1 doos eieren, 2 x fruit, uien, 2 pond groente, brood en kaas. Als Marina geld overhoudt, mag ze zelf wat lekkers uitkiezen.
In de winkel pakt Marina een mandje. Welk fruit is goedkoop? Bananen, appels, kersen, druiven of aardbeien? Ze kiest 4 appels, en 5 bananen aan 1 tros. Banaan en appels kosten bijna € 4,-. Marina pakt 1 net met 8 uien. Nu nog groente. Het moet 1 kilo wegen. Misschien 1 bloemkool en 2 komkommers? Hoeveel die wegen weet Marina niet. Het mandje is wel zwaar. Verderop staan salades en rijst. In de diepvries ligt vlees en vis. Ernaast staat zout en brood. Marina pakt 1 brood en kaas. De goedkoopste kaas kost € 6,-. Hoeveel geld kost alles? Bijna € 16,-. Ze heeft genoeg over voor lekkers. Ze pakt chips en ijs voor € 3,-.
Maar thuis is haar moeder boos. Marina heeft iets meer dan € 1,- over. Waarom is haar moeder niet blij?
Tu Comprends le texte?
S'il te plaît, réponds aux questions de compréhension :
Question 1:
Waarom is Marina's moeder boos?
a Marina is boodschappen vergeten
b Marina heeft geld uitgegeven
c Marina is laat thuis
d Marina kocht snoep
Question 2:
Hoeveel groenten moet Marina kopen?
a 1 Kilo
b 1 Pond
c 8 uien
d 1 Bloemkool, 2 komkommers
Question 3:
Hoeveel uien zitten in het net?
a Meer dan 7
b Minder dan 5
c Meer dan 10
d Minder dan 4
Question 4:
Hoeveel geld heeft Marina over om lekkers te kopen?
a Meer dan € 5,-
b Minder dan € 2,-
c € 4,-
d Minder dan € 3,-
Question 5:
Welke boodschappen is Marina vergeten?
a Wortel en tomaat
b Bloemkool en komkommers
c Melk en eieren
d Meel en suiker
S'il te plaît répondre à toutes les questions sur le texte:
Tu as répondu à 0 de 5 questions.
Tu as répondu à 0 de 5 questions.